Afl. 6: Genieten is geen levensdoel

Als we op reis gaan, naar huis gaan, terugkomen uit eten gaan, naar de kinderen gaan, een dagje uit gaan, naar wat dan ook gaan, roepen we het elkaar toe: ”Genieten hoor!” En op zich is er niks mis met genieten. De Bijbel spreekt er ook (veel) over. Bijvoorbeeld hier: Want wanneer hij zich aan eten en drinken te goed doet en geniet van al het goede dat hij moeizaam heeft verworven, is dat een geschenk van God.[1]

Er zijn gelukkig veel momenten in het leven waar we van kunnen genieten. Maar het gaat niet vanzelf en het is ook niet het hoogste doel. Het staat er eigenlijk al bij: “al het goede dat hij moeizaam verworven heeft”. Genieten, geluk is een gevolg van onze inspanning. We zetten ons ergens voor in, we willen een doel bereiken en als we dan (een stukje ervan) bereiken mogen we daar gerust van genieten.

Maar het gaat om meer. Als genieten het doel zou zijn zouden we heel dikwijls doelmissers zijn. Zeker in moeilijke tijden, een tijd bijvoorbeeld zoals die nu door veel mensen ervaren wordt. Veel “genieten” is veranderd in “verlangen”. Verlangen naar het einde van de crisis, de maatregelen. Verlangen naar het oude normaal. Verlangen naar volle kerken, grote bijeenkomsten. Geopende restaurants, onbeperkte vakanties.

Het voordeel van deze tijd is dat we kunnen ontdekken dat we misschien wel te veel zijn meegegaan met de “geniet-ervan-cultuur”. En nu ontdekken we dat we dat niet in eigen hand hebben, dat oude zekerheden verdwijnen, het nieuwe normaal zijn intrede doet, het oude nooit echt zal terugkomen. Elke dag is weer nieuw. Geen dag is hetzelfde als de vorige. De samenleving verandert altijd, al eeuwen. Mensen komen en gaan. We waren jong (of zijn dat nog) en worden elke dag een dagje ouder. Ons gezin verandert. Onze kerk, onze gemeente verandert. De cultuur verandert. Was je vroeger gelukkig met een horloge op je verjaardag zijn de verwachtingen nu heel anders.

Jezus zegt het zo:” Geef het Koninkrijk van God en het doen van Gods wil de eerste plaats in jullie leven. Dan zal Hij jullie al deze dingen geven. Maak je dus geen zorgen over de volgende dag. Want de volgende dag zal weer zijn eigen zorgen met zich meebrengen. Elke dag heeft genoeg aan zijn eigen problemen.[2]

Het gaat om het Koninkrijk van God. Het Koninkrijk waar liefde en eerlijkheid koning is. Waar het niet gaat om hebben maar om geven. Waar we beséffen dat al die aardse dingen voorbijgaan. Alles gaat voorbij, de mensen, de koninkrijken, de crises, de politici, de omstandigheden veranderen voortduren. Maar het Koninkrijk van Gods Liefde is “onwankelbaar”. Dat blijft bestaan en duurt zelfs eeuwig.

Als we rust kunnen vinden in de eeuwigheid en onvergankelijkheid van Gods Koninkrijk wordt genieten een bij-product. Het komt dan vanzelf. We wéten dan dat alles voorbijgaat en genieten elke dag van het goede wat God ons geeft. En ook als dingen, of zelfs ménsen ons ontvallen weten we dat Hij nooit loslaat het werk van Zijn handen. Pas als je het Koninkrijk van God kent, weet van de onvergankelijkheid van dat rijk en besef hebt van het feit dat álle dingen en zelfs mensen voorbijgaan kun je genieten van wat elke dag geeft.

Wordt vervolgd.

[1]  Prediker 3:13 NBV
[2] Mattheus 6:33,34 BB

Voor de andere delen in deze miniserie volg deze link.