Afl. 4: We kunnen het niet alleen

Dat is iets wat mensen al sinds het begin van hun ontstaan kunnen weten. De Schepper zegt het zo: ”Het is niet goed dat een mens alleen is”. We kunnen het alleen maar samen. Alleen zijn we hopeloos hulpeloos. Vooral in het begin van de zogenaamde corona pandemie lazen we het overal: “samen tegen corona”. Dat maakte aanspraak op heel diepe, basale gevoelens. Alleen kunnen we het niet. Dat ontstaat nu ook weer bij de druk om vaccins te nemen. We moeten het allemáál doen, anders werkt het niet.

Daar kan je van mening over verschillen. Heel veel mensen denken daar heel anders over. Als jij je wilt laten inenten doe je dat voor jezelf. Niet voor een ander. En als jij het niet doet, doe je daar niemand tekort mee, breng je niemand in gevaar.

Wat we wél samen moeten doen is leven. Daarom noemen we ons ook een samenleving. Wat zou het goed zijn als we dat met elkaar beseften. Mensen van allerlei pluimage -voor en tegen wat dan ook- moeten sámen leven. In de breedste zin van het woord. Ook niet gelovigen dus, zeg ik maar even tegen gelovigen. Zonder niet gelovigen aan het werk, werkt het niet. Het internet niet, de treinen niet, de straatverlichting niet, de supermarkt, de telefoon en ga zo maar even door. En samenleven doe je met respect, door elkaar en dus ook voor de ander.

Als christen moet ik het helemáál beseffen. Paulus schreef het zo: “Het oog kan niet tegen de hand zeggen: ‘Ik heb je niet nodig, ‘en het hoofd kan dat evenmin tegen de voeten zeggen. Integendeel, juist die delen van het lichaam die het zwakst lijken zijn het meest noodzakelijk.”[1] Juist als christen moeten we beseffen dat we niet zonder elkaar kunnen. We hebben niet de luxe ons uit elkaar te laten drijven. We zijn met niet zoveel meer.

In het samenleven, maar vooral ook in het samen gemeente van Christus vormen zit zoveel kracht. Elkaar opzoeken, versterken, aanmoedigen. In je huwelijk, in je gezin, in je kerk, in je straat. Leven doe je niet alleen. Dat kan alleen maar samen.

Ik realiseer me zo goed dat ik wat ik doe alleen maar kan doen door mensen om mij heen. Ik schrijf stukjes, doe interviews en preek, bijvoorbeeld. Maar dat kan niet als er geen mensen zijn die mijn laptop maken, laten werken en bestanden versturen. Als er geen mensen zijn die ze plaatsen op mijn website. Preken kan niet als er geen mensen waren geweest die mij stimuleerden om te studeren en vol te houden. Als er geen mensen zijn die (liefst positief kritisch) luisteren en meedenken.

We mogen er steeds op uit zijn het goede te doen voor de ander. Want als je goed bent voor de ander ben je goed voor jezelf. Jij bent deel van de gemeenschap, we kunnen eenvoudig niet alleen.

Wordt vervolgd.

[1]  1 Corinthiers 12: 22 en 23

Voor de andere delen in deze miniserie volg deze link.