Vroeger…was de Koning de absolute baas. Nou ja, dat dácht hij. Omdat hij besliste over leven en dood.  Over oorlog en vrede. Natuurlijk was ook dát een wankel evenwicht.  De adel zorgde voor veiligheid, de boeren voor eten. Als dat niet meer werkte kwam er een boerenopstand.  Er was ook nog de strijd tussen de adel en de kerk. Wie was nu de hoogste baas.  Kroonde de keizer de Paus of andersom.

In 1077 werd het duidelijk toen keizer Hendrik IV de gang naar Canossa moest maken en in de geestelijkheid zijn meerdere moest erkennen. De Reformatie bracht de boel aardig in verwarring. De Kerk bestond niet meer, want er waren ineens meerdere kerken, de adel koos zijn eigen kerk.  Het volk moest volgen. Dat leverde soms problemen op, want het volk had leren lezen en de boeken, waaronder de Bijbel werden nu via social media ruim verspreid. Diverse adellijken probeerden nog wel die boeken te verbranden, maar de geest was uit de fles.  Het volk wist beter en het populisme groeide.

De (Franse) revolutie maakte een einde aan alle overheersing. Ni Dieu, ni maître. We gingen het zelf doen. Vrijheid, gelijkheid en broederschap. De kerken werden losgemaakt van hun wortels en gingen massaal de nieuwe verlichte religie belijden. Vrijheid, gelijkheid en broederschap. Tot op vandaag wordt dát in de meeste kerken beleden.  Montesquieu “bedacht” de Trias Politica. Een onafhankelijke rechter zou bepalen wat nu echt juist was op grond van de door de overheid en het volk overeengekomen wetten.  Maar Montesquieu had nog niet echt gerekend met de pers als vierde macht. Die had ook nauwelijks invloed in die tijd. Vandaag lopen de diverse machten in hun eigen fuik. De rechter regeert over de overheid en de overheid beïnvloedt de pers en iedereen kruipt bij iedereen op schoot. De trias politica wordt een wassen neus omdat de scheiding van machten tot een broederlijk samenwonen is geworden.

Vrijheid wordt geregeerd door Gelijkheid en bestaat dus niet echt meer. De vrijheid te onderscheiden tussen bekwame mensen en onbekwame wordt ernstig geschaad doordat gelijkheid heerst. Eerst zwart, homo, vrouw, transgender, want die zijn allemaal gelijk en dan pas vrijheid die dan dus niet meer bestaat.  Het geschreven woord kan het verschil maken. De boekdrukkunst was nog maar een begin. Je had altijd nog een uitgever nodig. Nú is iedereen zijn eigen uitgever en plaatst alles op websites, fora, twitter of nog erger. De boeken worden wéér verbrand, maar opnieuw zal blijken dat het niet werkt. Een maatschappij gebaseerd op angst gaat ten onder. De waarheid barst los, het duurt alleen nog even voordat de meeste mensen dat ontdekken.

We zijn de God van de Bijbel vergeten, daarom overkomen ons al deze dingen.

Soltzjenitsyn, 1918-2008

Vroeger, heel vroeger, was God de Autoriteit. Als de Koning (David) zin had in een vrouw, haar nam en haar echtgenoot (Uria) handig liet vermoorden was daar een profeet (Nathan). Die opstond. Een mooie gelijkenis vertelde over een rijke man en een arme man. Met veel schapen en weinig. En die schatrijke man, of die nu David, Goldstein, Soros of Gates heette) werd gecorrigeerd door die éne profeet: ”Gij zijt die man!” U steelt, moordt en bedriegt. De gevolgen waren voor de koning én het volk niet te overzien. De Kroon wankelde, het volk ging ten onder.

Maar toen bestond Gód nog. En hij greep in, herstelde, zette nieuwe lijntjes uit. Mankeerde de Koning en gaf het volk zijn eer terug. Op de dorsvloer (van Arauna, voor de kenners alhoewel die dit weten natuurlijk) werd een nieuwe oogst geboren. Een Great Reset vond plaats. De Koning werd gekortwiekt, vox populi werd weer gehoord en de rechters spraken weer recht. Omdat de grote Rechter aller dingen dat regelde.  We zijn de God van de Bijbel vergeten, daarom overkomen ons al deze dingen (Soltzjenitsyn 1918-2008).  Het wordt de hoogte tijd om Hem weer op te zoeken. God is dood, riep Nietsche (angstig!) uit, nu is alles mogelijk. Zelfs een staatgreep van een historicus en een basisschoolleraar. Gij zijt die man! Terug naar de God van de Bijbel!

Gij zijt die man!